Denken in conceptuele doelen voor groep 1 en 2.
In het project ‘Rekenen op spel’ onderzochten we hoe professionals in de voorschool en in  groep 1 en 2 en de wiskundige ontwikkeling van kinderen kunnen ondersteunen en stimuleren binnen de context van het spontane spel van de kinderen.

The case study in this paper describes characteristics of an early childhood education (ECE) teacher’s learning. We reconstruct how this learning develops in a heterogeneous professional learning community (PLC) consisting of primary- and preschool teachers and researchers, aimed at stimulating young children’s language and mathematics development in spontaneous play. The teacher’s development is viewed from two perspectives. The first perspective is considering children’s learning from an empirical global staging about children’s learning in mathematics. The second perspective is formed by learning outcomes, such as knowledge and ideas. We establish that the teacher’s learning, stimulated by discussions in the PLC and new experiences in teaching practice, did indeed develop in stimulating mathematics in children’s spontaneous play. She uses opportunities and reflects on limitations hereof.

This paper reports on a practice oriented research and developmental trajectory exploring children’s spontaneous play in the perspective of their mathematical development. The research question was: Which characteristics of the interaction between preschool/kindergarten teachers and preschoolers (2-6 years) are useful for stimulating young children’s language and mathematical development in the context of play? We found that three main consecutive characteristics of interaction as part of spontaneous play i.e., (a) observing, (b) connecting, and (c) enriching, can be mathematically deepened and interpreted in order to stimulate young children’s development in mathematics. Moreover, the study revealed that stimulating mathematical development in spontaneous play presumes professionals’ deep knowledge of young children’s mathematics, and that this knowledge helps professionals deciding on the form of child-professional interaction.

Een case study in dit artikel beschrijft kenmerken van het leren van een leerkracht in groep 1 en 2. We reconstrueren hoe dit leren zich ontwikkelt in een heterogene professionele leeromgeving (PLG) van pedagogisch medewerkers, leerkrachten groep 1-2 en onderzoekers, die gericht is op het stimuleren van de taal- en wiskundeontwikkeling van jonge kinderen in spontaan spel. De ontwikkeling van de leerkracht beschouwen we vanuit twee perspectieven. Namelijk: (1) vanuit een empirisch onderbouwde globale fasering in de het doordenken en expliciteren van rekenen-wiskunde in activiteiten van jonge kinderen, en (2) vanuit verschillende leeruitkomsten van de leerkracht, zoals kennis en overtuigingen. We stellen vast dat, ingegeven door de uitwisseling in de PLG en nieuwe ervaringen in de praktijk, de leerkracht zich verder heeft geprofessionaliseerd in het stimuleren van wiskunde in het spontaan spel van jonge kinderen. Zij benut kansen hiertoe en reflecteert op beperkingen ervan.