Kenniscentrum Spelend & Onderzoekend Leren
Het Kenniscentrum Spelend & Onderzoekend Leren verricht praktijkgericht onderzoek om te zorgen voor innovatie in het basisonderwijs en de lerarenopleiding. Een vaste kern van lectoren staat aan het hoofd van vijf onderzoekslijnen: Jonge kind, Rekenen-wiskunde, Wetenschap en technologie, Kansengelijkheid en Lezen. Bekijk hier het onderzoeksprogramma 2021 – 2025.
Wetenschap en technologie
De onderzoekslijn Wetenschap en technologie richt zich op de vraag welke houdingsaspecten, vaardigheden en kennis leerlingen en leraren in het basisonderwijs nodig hebben om om te gaan met de problematieken van een hoogtechnologische maatschappij.
Rekenen en wiskunde
De onderzoekslijn Rekenen-wiskunde richt zich op onderzoek naar het verbeteren van de kwaliteit van het reken-wiskundeonderwijs in de basisschool en binnen de opleiding. Doel is de wiskundige maatschappelijke redzaamheid bij kinderen en aanstaande leraren te vergroten.
Kansengelijkheid
Het lectoraat Kansengelijkheid – dat zeer nauw verbonden is met de onderzoekslijn Diversiteit en kritisch burgerschap – beoogt structurele ongelijkheid in het (opleidings)onderwijs kritisch te onderzoeken, bevragen en bestrijden.
Jonge kind
De onderzoekslijn Jonge kind richt zich op de rol van spelen in het onderwijs aan jonge kinderen tussen 2,5 en 8 jaar. De centrale vraag is hoe pedagogisch medewerkers en leerkrachten de voor- en vroegschoolse ontwikkeling van jonge kinderen in brede zin kunnen stimuleren door en in spel.
Lezen
De onderzoekslijn Lezen richt zich op de vraag op welke manier leerkrachten de effectieve leesdidactiek kunnen toepassen in hun onderwijs. Daarbij is expliciet aandacht voor het behouden of vergroten van de leesmotivatie en het leesplezier van kinderen, jongeren en (aankomend) leerkrachten. De onderzoekslijn staat onder leiding van associate lector dr. Inouk Boerma.